Wooncoƶperatie De Torteltuin
De Torteltuin is een wooncoöperatie die is opgericht door een groep jonge Amsterdammers met het doel om een sociaal en duurzaam alternatief te bieden voor de woningmarkt. Dat is de droom maar op dit moment, vier en een half jaar later, hebben ze alleen nog een kavel en een plan. Hoe hou je zo’n project zo lang vol? Waarom begin je er überhaupt aan? Wat kunnen anderen leren van de ervaringen van de Torteltuin? Michiel Voskamp kwam twee jaar geleden voor het eerst direct in aanraking met de wooncrisis, toen hij in een tijdspanne van een jaar zes keer moest verhuizen om een dak boven zijn hoofd te houden. Toen besloot hij: hier is een probleem en ik kan er iets aan doen. Sinds anderhalf jaar is hij actief bij de Torteltuin.
R: Wat is de Torteltuin?
M: De torteltuin is in eerste instantie een vereniging van nu voornamelijk jonge Amsterdammers die een huis met elkaar bouwen. We willen 40 woningen op een kavel realiseren dat ons al is toegewezen in IJburg. Als wooncoöperatie, een derde alternatieve woonvorm naast huren en kopen, is de vereniging de eigenaar en blijft dit ook voor altijd, zoals de statuten uitwijzen. Dat zorgt ervoor dat er geen winstmarge hoeft te zitten op het pand en dat het ook niet doorverkocht hoeft te worden aan latere generaties. Zonder de focus op winst voor een bedrijf of voor onszelf, ontstaat er een unieke woonvorm. Daardoor kunnen we heel veel aandacht en tijd besteden aan gedeelde woonruimtes en voorzieningen in het pand. Ook de duurzaamheid van het pand en biodiversiteit staan daarmee centraal. Het gebruik van houtbouw bijvoorbeeld ondersteunt de CO2-opname. En dat is denk ik een van de prachtige dingen van een wooncoöperatie, dat je veel meer met elkaar kan bereiken dan via huur of koop. Omdat het pand altijd van de vereniging blijft, kan je buiten die 40-jaar looptijd van een lening kijken en in plaats daarvan plannen maken voor 100 jaar of langer. Dat creëert opeens een heel nieuwe kader om na te denken over duurzaamheid, sociale inclusie en solidariteit met andere wooncoöperaties.
R: Waar denk je dan aan als je zegt, oké, we bekijken het op een veel langere termijn, we kijken naar 100 jaar, wat voor dingen doe je dan als Torteltuin?
M: Een van de dingen waar wij bij aangesloten zijn is het platform Wooncoöperaties Amsterdam. Dat is een verzameling van de verschillende verenigingen. In onze statuten staat ook dat wij de inkomsten die wij straks over hebben van de huurinkomsten, wat ongeveer over 30 jaar pas significant geld zal zijn, afdragen aan de platform Wooncoöperaties of in ieder geval aan een fonds, waardoor het makkelijker wordt voor nieuwe wooncoöperaties en initiatieven om leningen te krijgen bij dit fonds. Nu is het zo dat ongeveer 60 tot 70 procent van de lening wordt gedekt door de bank. Verder ongeveer 20 procent door de gemeente als die daar, zoals Amsterdam, een lening of een fonds voor heeft. En dan heb je nog ongeveer 10 procent nodig uit impact-investeerders en eigen investeringen, denk aan obligaties bijvoorbeeld. Die 10 procent is een aanzienlijk deel van de inkomsten. Wij hebben een pand waaraan we waarschijnlijk 12,5 miljoen euro gaan uitgeven. Dat betekent 1,2 miljoen aan eigen inleg, wat nog steeds een hele grote bak geld is. Dit zorgt ook voor een bepaalde mate van sociale exclusiviteit, wat tot op zekere hoogte ook terug te zien is bij mensen die tegenwoordig meewerken in de wooncoöperaties.
Van de 40 woningen zijn zes woningen voor kwetsbare doelgroepen gereserveerd en 30 procent van onze woningen zijn sociale huur. Dat is wat de business case kan dragen. Voor de rest moeten we inkomsten krijgen uit de middenhuur. Daardoor zorgen we dus ook voor een bepaalde mate van exclusiviteit. Hier zijn we sterk van bewust en daarom proberen we hier actief op bij te sturen in onze diversiteitscommissie. Deze lessen zouden we later ook graag willen delen met de rest van de wooncoöperatie Beweging.
R: Wat zou je zeggen dat het grootste struikelblok is geweest in het proces dat jullie nu hebben doorlopen?
M: Misschien is het handig als ik even vertel hoe het proces tot nu toe eruit heeft gezien. Het idee begon met een bierviltje in een café. Gijs en Dieuwke realiseerden zich: we kunnen geen huis kopen en een huis huren is duur en spekt de portemonnee van mensen met al veel geld. We willen wel in Amsterdam blijven wonen, we willen met vrienden blijven wonen en in een duurzaam huis. Hoe gaan we dat realiseren? Toen begon het idee van de Torteltuin te vormen. Zij begonnen steeds meer mensen om zich heen te verzamelen tot het echt een vereniging werd. Vanaf het moment dat er genoeg initiatievennemers waren, zijn ze zich gaan inschrijven om op een kavel te bouwen. Toen ze deze hadden gewonnen zijn ze een voorlopig ontwerp gaan maken van hoe het pand er ongeveer uit komt te zien. Daartussen valt ook het moment dat ze een kavel hadden gewonnen in IJburg. Dit voorlopige ontwerp is verder uitgewerkt tot het definitief ontwerp. Dit laatste hebben we nu afgerond en zullen we vervolgens omzetten in een technisch en uitvoerend ontwerp. Een ontwerp dat we aan de aannemer kunnen presenteren en samen met hem kunnen realiseren. In deze fase zijn we nu. Dat komt neer op ongeveer 4,5 jaar planning. In deze tijd is het heel belangrijk om de groep bij elkaar te houden; dat is een van de grote uitdagingen. Het vinden van een manier waarop we met elkaar kunnen samenwerken in een best wel hypothetische stadium. Behalve dat het kavel er is met zand erop. Het gebeurt dat mensen weggaan, omdat ze zelf een andere woning vinden, of omdat ze vertrekken of wat dan ook. Op die manier was er in- en uitloop. Dat is één uitdaging, maar ook niet te voorkomen. Een manier die we hebben gevonden om samen te werken is een sociocratische werkwijze. Dat betekent dat we proberen ervoor te zorgen dat iedereen het eens is met de plannen die wij maken. Als er een zwaarwegend bezwaar is, passen we de plannen aan.
R: En als het gaat over die sociocratische methode, het idee is dat, als ik het goed begrijp, dat iedereen meebeslist en dat in principe dingen alleen worden besloten als iedereen het er redelijk mee eens is. Dus het gaat niet om de details, maar als iemand een groot bezwaar heeft dan ga je het daar over hebben. Hoe zorg je dat dat niet verzandt in een eindeloze discussie? Ik kan me voorstellen dat dat in ieder geval de vrees is, maar ik heb geen idee of dat echt gebeurt.
M: Nee, zeker. Ik kan wel een goed voorbeeld noemen, denk ik. We hadden één optie om een eigen energievoorziening te creëren door middel van een soort van heipalen die heel diep zijn en warmte kunnen genereren uit die diepe laag. Dat is een vrij duur systeem en ook best wel innovatief, dus daar zouden we veel zelf aan moeten sleutelen om dat voor elkaar te krijgen. We konden ook gewoon aansluiten bij de leverancier van energie, warmte en elektriciteit, die E-tech heet en in IJburg een monopoliepositie heeft op dat gebied. Er waren mensen die er heel erg tegen waren dat zo'n bedrijf een monopolie op deze energievoorzieningen zou hebben. Maar afgezien van de jaarlijkse hoge kosten voor het gebruik van hun voorzieningen en aansluitkosten, betekent het wel dat we een hele betrouwbare energiebron zouden krijgen. Het enige nadeel is dat ze door hun positie ook een monopolie op de prijs hebben. Dat zou nog een kritisch punt zijn. Er zijn ook heel veel voordelen aan het zelf creëren van de energievoorzieningen. Met name dat het heel duurzaam kan zijn en ook gewoon heel cool is, en dat het verhaal van de Torteltuin nog sterker maakt denk ik. De groep was hierover eigenlijk verdeeld over twee kampen. Om dat op te lossen hebben we eerst heel veel informatie aan de groep gegeven. Ik denk dat het in drie, vier presentaties is teruggekomen. Eén keer per maand doen we een Torteldag op een zondag en daar vergaderen we dan met elkaar, met de hele groep. Normaal werken we in commissies en dat is dan wekelijks. De vierde keer dat we hierover gingen praten, hadden we een sessie georganiseerd, waarin we de groep gingen uitsplitsen in wie heeft bezwaar, wie heeft er geen bezwaar en wie maakt het niet zoveel uit en zo begon er opeens een lijn van mensen te ontstaan. Omdat we er zo lang al over hadden gepraat en uiteindelijk een meerderheid bij de E-tech oplossing kwam te staan, hebben we besloten om die E-tech voorziening te kiezen. De mensen die aan de zelfbouwenergiekant stonden, waaronder ikzelf, konden zich goed vinden in het feit dat de rest van de groep voor de andere optie koos. Omdat er lang en goed over was gepraat, had ik er vrede mee dat er verschillende meningen binnen de groep waren en dat we uiteindelijk voor één oplossing moesten kiezen.
R: Omdat je zoveel informatie had, omdat je het er met iedereen over had gehad, kon je in ieder geval begrip hebben voor waarom mensen iets anders wilden doen.
M: Ja, precies. Uiteindelijk moet er door worden gewerkt, anders waren we op dit punt blijven hangen en was het definitieve ontwerp niet afgemaakt. En dat betekent vertraging van het hele proces. Tenslotte moeten er keuzes worden gemaakt. Dan is het best dat die keuzes op zo'n sociocratische/democratische manier worden ingestoken. Er zijn ook mensen die zware bezwaren hebben gemaakt tegen dit plan waardoor het plan een beetje is veranderd, wat deze mensen tevredener heeft gesteld.
R: Ik denk dat mensen die dit lezen en ook misschien een wooncoöperatie willen starten erg veel hebben aan wat jij hebt verteld, maar tegelijkertijd denk ik dat de lezers van Amsterdam Alternative ook een groep vormen die dit soort projecten een erg warm hart toedraagt. Dus wat moet er nu nog gebeuren? Waar hebben jullie nog heel erg behoefte aan?
M: Waar wij in de komende maanden nog veel behoefte aan hebben zijn impact-investeerders en mensen die obligaties van ons willen kopen. Een obligatie is een schuldbewijs dat wij weggeven en wat wij na 10 jaar terugbetalen aan de koper. Die zijn vastgelegd op 250 euro en je krijgt dan iets van 3% rente op. Het is dus een vrij kleine investering zonder hoog rendement. Maar het gaat ook echt om het steunen van deze groep en bovendien de hele beweging van wooncoöperaties, want in onze statuten is verankerd dat wij hier actief en met veel aandacht aan zullen meewerken. Op deze manier lossen we eigenlijk een deel van de wooncrisis op: samen met anderen pionieren we met een alternatieve woonvorm waarin het delen van je huis, het samenwonen in een betaalbaar en duurzaam pand de bovenmaat heeft, in plaats van het individualistische karakter dat huren en kopen vandaag de dag met zich meebrengt. We zijn niet zozeer geïnteresseerd in het bestrijden van dat laatste, maar simpelweg in het bieden van een heel mooi alternatief daarvoor. Door dit soort interviews te geven en het ook in andere kranten, bladen en media onder de aandacht te brengen, creëren wij momentum voor de grotere beweging en werken we mee aan de kennisdeling en natuurlijk ook aan het fonds. Dat kan je de derde sector noemen.
M: Ik denk dat deze nog wel belangrijk is. We hebben dus zes woningen die wij beschikbaar zullen maken voor kwetsbare doelgroepen. Wij vinden het heel belangrijk dat wij op die manier ook een bijdrage kunnen leveren aan een vast onderkomen voor lange termijn aan die mensen.
Wat je vaak ziet is dat mensen van kwetsbare doelgroepen wel een onderkomen hebben, maar dan alleen voor korte termijn en met weinig uitzicht. Nu kunnen we iets bieden dat voor lange termijn kan werken en ook een wederzijdse verrijking meebrengt.
R: En misschien in zijn algemeenheid, veel mensen die erg kwetsbaar zijn, die raken ook geïsoleerd van de samenleving.
M: Absoluut.
R: En deze woonvorm is bij uitstek een manier waarop je weer terug de samenleving in komt.
M: Absoluut. Ja, inderdaad. Deel wordt van een grotere groep mensen. We zijn er heel trots op dat we dat daar aan gaan bijdragen.
www.detorteltuin.co