Use the buttons to browse through the AA articles archive or to find out more about the newspaper and distribution.
28/10/2015 / Issue #003 / Text: Nora Uitterlinden

Beton met winkelwagens: OCCII-verbouwingen van 1992 tot 2015

Van de grote verbouwing uit 1992 tot het storten van een nieuwe betonvloer dit jaar, de meeste OCCII-klussen zijn door vrijwilligers gedaan. We spraken bouwers uit verschillende perioden, en vonden een klein stukje OCCII-geschiedenis.

“In 1984 kregen we regelmatig de vraag: hebben jullie ruimte? Het was een nieuw kraakpand, dus dan heb je dat,” vertelt Meyndert, voormalig bewoner van De Binnenpret, het complex waar OCCII deel van uitmaakt. “De OCCII was toen een lege ruimte waar alles kon: decorbouw, verzamelen voor actie, en soms een benefietconcert. Dat heeft wel iets van tien jaar geduurd. Het publieke gedeelte was destijds niet beneden, maar boven: daar hadden we De Kasbah, een kraakcafé. Dat was dé plek waar je elkaar ’s avonds weer tegenkwam.”

Een van de eerste dingen die in het OCCII-pand gebouwd werden, was dus een bar in de Kasbah. Als hij het over had kunnen doen had Meyndert die eerste klus anders aangepakt: “Achteraf heb ik heel erg spijt gehad dat ik er niet beter over had nagedacht. De bar was helemaal recht. Dat is zó stom geweest: bij een rechte bar zit iedereen aan de andere kant van de bar, dus dan zitten ze allemaal tegen jou aan te ouwehoeren, en zelf kun je niet weg! Echt, als je ooit een bar maakt, maak er dan een hoek in, zodat mensen ook met elkaar contact hebben.”
Wel is Meyndert trots op de materialen die hij heeft gebruikt voor de bar. Deels was het hout uit de winkel, en deels gerecycled materiaal: “De voetsteunen van de bar kwamen uit een oud gymzaaltje,” vertelt hij. “Een buurtbewoner die hier vaak kwam, was gymleraar en zijn school ging sluiten. Hij vroeg toen of we interesse hadden in oude evenwichtsbalken.”
    
Na een paar succesvolle benefieten in de benedenzaal werd in 1992 besloten dat de lege ruimte omgebouwd zou worden tot concertzaal. Bewoners van De Binnenpret zijn bijna een jaar bezig geweest met isoleren: er werd een zwevend plafond gemaakt, er kwam een vast podium, en er werden wc’s, een bar en een drankhok gebouwd. Edwin herinnert zich de overgang naar een ‘echt podium’: “In 1992 is de Stichting In It opgericht, en de grote verbouwing heeft nog wel tot het voorjaar van 1993 geduurd. De Binnenpret kreeg in dat jaar een erfpachtcontract, en omdat men toen wist dat ze er langer konden blijven, werd er meteen stevig verbouwd.”   
Hoewel de isolatie van het dak met zorg was gedaan, was de zijmuur waarnaast een dansschool zat nog niet geïsoleerd. Dat gaf problemen, niet zoals je zou verwachten omdat de dansschool last had van concerten, maar omgekeerd: “In het begin hadden we veel theater in OCCII,” vertelt Edwin, “en toen kwam het bij stille stukken wel eens voor dat plotseling de Vogeltjesdans ingezet werd hiernaast. Daarom hebben we toen een dubbele muur gebouwd.”

In de jaren erna werden allerlei verbeteringen doorgevoerd. Zo kwam er centrale verwarming, maar een nóg groter verschil werd volgens Edwin gemaakt door de komst van een koelcel: “We stonden bekend om ons lauwe bier. We koelden flesjes in van die kleine keukenkoelkastjes. Dat betekende dat je dus de helft van de tijd géén koud bier had.” Rond 2002 kwam daar verandering in. Een groepje Poolse punks, fervent OCCII-bezoekers, woonde in een oude slagerij in West. Toen ze daar weggingen hebben ze de oude slagerskoelcel die er stond meegenomen. “Ze hebben dat hele ding uit elkaar geschroefd, en wij hebben hem in de OCCII weer in elkaar gezet. Die staat nog altijd in het drankhok, je ziet de Poolse graffiti er nog op.”

Een paar jaar later ontstond er een volgend probleem: de vloer rondom de bar was van stoeptegels die door het schoonmaken steeds schever gingen liggen. De combinatie met barkrukken was niet handig. Ook zat het de OCCII-medewerkers dwars dat er in de zaal geen rekening was gehouden met rolstoelgebruikers. Zo was er een enorme afstap tussen het bargedeelte en de rest van de zaal. “We hebben in 2005 beton gegoten om een glooiing te creëren, en de tegels gingen eruit,” vertelt Edwin. “We kwamen toen ook resten van de eerste grote verbouwing tegen. Toen we de vloer achter de bar wilden weghalen, zagen we dat die was gewapend met geflexte winkelwagens. Het was verbazingwekkend stevig, we zijn er niet in geslaagd die weg te halen.”

Tijdens de aanpak van de vloer in het voorgedeelte is er meteen nieuwe stroom aangelegd. Ries nam deze klus voor zijn rekening: “We hadden in de Binnenpret nog een heel oude trafo staan. Die kwam uit de jaren vijftig of zestig. Dat betekende dat we op het podium weinig aan konden. Als bands eigen licht meenamen dan sloegen de stoppen altijd door. Daarom was het dus zo donker in OCCII, we moesten altijd zoeken welke stekkerdozen we op welke groep zetten. Met een bevriende elektricien heb ik toen een nieuwe hoofdzekeringkast gemaakt, en daarvandaan geulen gegraven, en grondkabels naar de huizen, de werkplaatsen en naar OCCII gelegd. Toen zijn er ook discussies ontstaan over de indeling van de zaal. Waar komt het geluidshok?”  

Het geluidshok was een project van Nienke en Ries samen. “Eerst stond het in het midden van de zaal,” vertelt Nienke. “Het barpersoneel klaagde dat ze het podium nooit konden zien, daarom hebben we het hok naar de zijkant verplaatst. Ed, iemand die nu speeltuinen maakt, heeft ons hierbij geholpen. We hebben veel latjes gebruikt, om er een stijve constructie van te maken, zodat de platenspelers van de DJ bovenin recht blijven staan.”
Ook over de vorm van het geluidshok, met zijn schuine zijkanten, is nagedacht. “We hadden altijd last van zoemende bastonen,” herinnert Ries zich. “Dat komt doordat de voor-en achtermuur van OCCII recht tegenover elkaar staan. De schuine vorm van het geluidshok is gebruikt om de bastonen op te vangen en omhoog en naar beneden te leiden, weg van de achtermuur. Zo konden we de feedback tegengaan.”

De verbouwing die voor bezoekers misschien wel het meest zichtbaar is geweest, vond plaats in 2011. Toen werd de hele voorkant in de oorspronkelijke kleuren geschilderd: bruin met felle kleuraccenten, precies zoals het in 1883 bedacht was door de architecten, vader en zoon Salm. Edwin: “We hebben in 2011 een nieuwe vergunning aangevraagd om meer mensen binnen te mogen hebben. Maar daarvoor moest de deurbreedte worden aangepast, en er moest een noodverlichtingsinstallatie en een brandalarminstallatie komen. We hebben toen meteen het podium een paar centimeter hoger gemaakt zodat meer mensen het konden zien. Het werd een uitgebreide renovatie.”

Tijdens deze verbouwing werd Artur gevraagd mee te denken over de vloer bij het podium. “Edwin belde me op of ik een goot wilde plaatsen, zodat het water wegloopt als je de zaal schoonmaakt,” vertelt Artur. “We hebben de vloer opengemaakt en een buis aangesloten voor regenwater. Maar we zagen meteen dat de vloer in zwakke staat was. Er waren twee lagen beton, de ene was heel oud, en gewoon op klinkers gestort, zonder bewapening. Daar overheen was een laag gestort die slecht was gewapend. Dit stamde allemaal uit een tijd ver voordat OCCII was gekraakt.”
De twee lagen beton moesten dus weg. Afgelopen zomer was er geld en tijd voor. Met een team vrijwilligers heeft Artur vervolgens ijzer gevlochten en 23 kuub nieuwe beton gestort. “Je maakt lange dagen,” vertelt Artur, “en je weet dat er op een bepaald tijdstip een vrachtwagen met vloeibaar beton de straat in rijdt. Dan moet je er klaar voor zijn. Ik was ontzettend blij toen het eenmaal was gestort.” Volgens Artur zal de nieuwe vloer nog wel even meegaan: “Heel lang, zo lang dat ik me in mijn leven er geen zorgen meer over hoef te maken!”

Het is niet gezegd dat de verbouwingen nu allemaal achter de rug zijn. Wel zijn steeds meer klussen zó professioneel gedaan dat er minder intensief onderhoud nodig is. Meyndert, die drie decennia in OCCII heeft geklust, ziet het verschil met de begintijd: “Vroeger hoefde het niet zo precies, maar nu wordt alles gebouwd voor de lange termijn. We zijn altijd zorgvuldig omgesprongen met het pand, maar er is ook steeds meer kennis in huis omdat door de tijd heen ontzettend veel vrijwilligers hun expertise hebben ingebracht.” Edwin is blij met die opstapeling van kennis: “Als je zo’n plek als OCCII wilt laten voortbestaan, dan moet je het goed doen. Als je de zaak uitwoont, dan is het op een gegeven moment einde verhaal. Dat gaat doorwerken in hoe mensen omgaan met de ruimte. Terwijl als mensen meeklussen, dan zijn ze er trots op, en dan wordt de ruimte ook een deel van henzelf.” Hij lacht: “Maar je vergeet natuurlijk ook veel. Zoals die winkelwagentjes in het beton. Je gaat tijdens een verbouwing zo op in waar je mee bezig bent, en als het eenmaal klaar is ben je blij: we hebben het gered, en dan denk je er niet meer over na. Aan de ene kant is dat jammer, aan de andere kant is dat hoe het werkt.”