Use the buttons to browse through the AA articles archive or to find out more about the newspaper and distribution.
26/4/2018 / Issue #017 / Text: Klaar van der Lippe

Jouw Cultuur is van mij

Amsterdam noemt zichzelf een creatieve stad. Verplicht ze zichzelf daarmee tot een bepaald gedrag, of is ‘creatief’ een willekeurig adjectief dat je overal aan kan toevoegen? Is een cultuur eigendom van iemand of is zij van iedereen?

Om te begrijpen wie je bent moet je luisteren naar de ander. Een podcastvan Code Switch, African American Cultuur zender uit de Verenigde Staten behandelt de volgende vraag: ‘African Americans’ dragen Afrikaanse kleding en sieraden. Is dat ok? Is dat ok... Het panel beraadt zich. Afrikaanse sieraden en kleding representeren iets, een cultuur. Die uitingen hebben betekenis. Ze zijn onderdeel van en onderstrepen de identiteit van een specifieke groep mensen die hun leven op een eigen manier vorm en inhoud geven. Zomaar iets aantrekken omdat je het cool vindt en jij toch ook ‘African’ bent hoewel je niet precies weet hoe het zit is daarom dwaas. Dat vertelden desgevraagd een aantal Nigeriaanse vrouwen de reporter. ‘Je eigent je iets toe dat niet van jou is. Goede sier maken met andermans erfgoed is geen respect. Het is respectloos. Het is ‘Cultural Appropriation’. 

Interessante kwestie. Kan je een cultuur sowieso opeisen als jouw eigendom? Hoe werkt dat bij ons in Amsterdam? Als ik om me heen kijk lijkt kleding hier meer imago dan identiteit. Toch zijn er grenzen. Stel je voor dat je nonnenkleren aantrekt naar de fitness. Dat is grappig maar ongepast. Een habijt dragen bij een demonstratie zou zelfs discutabel zijn. Ik claim daarmee iets, wat ik niet ben. Ik suggereer met mijn nonnenkleren een bepaalde moraliteit  om mijn eigen punt kracht bij te zetten. 

Identiteit is meer alleen een cultureel fenomeen. Een manier van doen heeft ook economische waarde. Bij het ontbijt eet ik yoghurt. Op ‘Griekse wijze, staat er op het etiket. Sinds 1992 kent de EU de Beschermde oorsprongsbenaming. Deze garandeert dat Griekse yoghurt uit Griekenland komt en een bepaalde receptuur heeft. Onzin? Nee. Echte Griekse yoghurt is inderdaad lekkerder en duurder. En het steunt de Grieken zelf. Zou je dat belangrijk vinden. 

Ook voor andere identiteiten, namen en titels  gelden regels. ‘Arts’ mag je je alleen noemen als je een diploma hebt. Misbruik wordt gestraft. Dat is logisch, een kwestie van algemeen belang. Je wilt geen zelfverklaarde dokter aan je bed. 
Bepaalde beroepen zijn minder gereguleerd omdat de kennis die je er voor nodig hebt niet precies vastligt. Dit zijn de zogenaamde vrije beroepen zoals kunstenaar en adviseur. Toch gelden ook hier steeds meer afspraken. Bij aanvragen voor sommige subsidies is het voor jonge kunstenaars vereist dat ze een diploma hebben van een kunstacademie. Je bent dus kunstenaar op ‘artse’ wijze: met een bepaald niveau van kennis. Het concept identiteit krijgt voor mij meer handen en voeten. 

Bij het volgende beleids debat over ‘Amsterdam, creatieve stad’ vraag ik me ineens af: wat is de aanspraak die je maakt gemeente Amsterdam? Doe je dat ‘op Griekse wijze’? Volgens een bepaald recept? Of ben je ‘Grieks’ qua herkomst, en zodoende maatgevend? Ben je een professional, weet je wat creativiteit inhoudt en hoe je het toepast? Of is het een cultuur: je leeft en belichaamt bepaalde creatieve principes zonder dat je je diploma hoeft te halen?.

Het geeft te denken: bezuinigingen op de kunst, de cultuur begroting, het sluiten van vrijplaatsen, het verkopen van atelierruimtes, Beatrice Ruf... Goede sier maken met iets dat je noch begrijpt, noch van binnenuit beleeft, omdat het wel cool staat... Hoe heette dat ook weer? ‘Cultural Appropriation’!