Use the buttons to browse through the AA articles archive or to find out more about the newspaper and distribution.
2/11/2017 / Issue #014 / Text: Jaap Draaisma

Scheuren in de creatieve stad een recensie van Richard Florida’s The New Urban Crisis

The Rise of the Creative Class
“Aan de kant; Scheuren door de Creatieve Stad” was de titel van een bijeenkomst op de NDSM in 2004, georganiseerd door de Vrije Ruimte en anderen om tegenwicht te bieden aan de jubelverhalen over de Creatieve Stad. 

De goeroe van die Creatieve Stad, Richard Florida, was vlak daarvoor door de gemeente naar Amsterdam gehaald om zijn boodschap te verkondigen: Amsterdam moest de loper uitleggen voor internationale Hightech-, ICT- en ‘creative industry’-bedrijven moesten de ‘creatieve klasse’ binnenhalen. Dat zou veel werkgelegenheid en economische groei opleveren, rijkdom en welvaart voor iedereen brengen. 

De Vrije Ruimte zag dat anders: die aanpak van de creatieve stad zou tot het verdwijnen van de goedkope plekken voor kunstenaars en creatieven leiden, de stad onbetaalbaar maken en daardoor slecht uitpakken voor de mensen die niet ‘hoog opgeleid en creatief’ zijn. We voorzagen dat mensen plaats moesten maken voor het grote geld, de buitenlandse investeerders en de buitenlandse huizenkopers. Nee, zeiden de gemeente, de Kamer van Koophandel en De Waag op de bijeenkomst: wees blij dat al die investeerders en mensen met geld naar Amsterdam komen, dat is werk voor iedereen en komt iedereen ten goede (in economische termen: door het trickle down effect profiteert iedereen). 

Amsterdam Superstar
Helaas, helaas, wij hebben gelijk gekregen. Amsterdam Creatieve Stad is – in de termen van Richard Florida – een ‘superstar city’ geworden, waar de rijkdom absurde vormen heeft aangenomen en de ongelijkheid waanzinnig is toegenomen. Er is wel meer werk gekomen, maar dat betreft vooral tijdelijk en slecht betaald werk. De inkomens van de mensen met lage opleidingen zijn de afgelopen 15 jaar nauwelijks gestegen, terwijl het leven in de stad schrikbarend duur is geworden en het aantal rijken en superrijken in Amsterdam is geëxplodeerd. Aanvankelijk maakten huurwoningen op grote schaal plaats voor koopwoningen voor de middenklasse; nu zijn deze voor de middenklasse te duur geworden. 

Was de creatieve stad altijd al een ramp voor iedereen met een laag inkomen, nu wordt ook de middenklasse slachtoffer. Kleine speciaalzaken verdwijnen, alsook de kleine, goedkope culturele voorzieningen.  De toegankelijke en open stad gaat eraan. Kortom: de stad zit in een vette nieuwe stedelijke crisis.  En dat is niet alleen onze analyse, de goeroe zelf heeft dit ontdekt en onderbouwd in een nieuw boek: The new Urban Crisis, dat verscheen in april 2017.

Crisis, what crisis?
In het grootste deel van het boek ‘bewijst’ Richard Florida dat de superstar cities, de creatieve steden waar alle succes en rijkdom zich concentreren, in een diepe crisis zitten. 

Daarmee haalt hij deels zijn boek The Rise of the Creative Class (2002) onderuit. Wel zijn  de steden die de Hightech, ICT, creatieve industrie en creatieve klasse hebben binnengehaald inderdaad de meest succesvolle steden geworden, met de hoogste economische groei, de meeste banen en de hoogste rijkdom. Maar dat heeft niet geleid tot welvaart en perspectief voor iedereen. Integendeel, de kloof tussen rijk en arm is absurd groot geworden, de armen zitten steeds meer opgesloten in arme wijken met slechte voorzieningen en verbindingen, de steden worden ontoegankelijk voor nieuw talent en de middenklasse wordt weggedrukt door de rijken. 

Er ontstaan zo binnen de stad twee steden: de succesvolle, rijke stad en de arme stad. Dit thema, verwoord in The Tale of Two Cities, was het programma waarmee Bill De Blasio in 2014 burgemeester van New York werd. 

The Failure of the Creative Class
Florida stelt nu dat onder het motto the winner takes all de rest van de stad en van het land wordt leeggezogen. Tot zijn verbazing werken de herverdelingsmechanismen niet meer. Want in de nieuwe economie van Hightech, ICT en creatieve industrie zijn geen vakbonden, en betalen de grote bedrijven geen of nauwelijks belasting. Het succes is gebaseerd op het principe van clustering en concentratie, wat leegzuigen betekent en dus vampirisme, in de economische theorie ook wel kannibalisme genoemd. Door neoliberalisering en globalisering is de mogelijkheid om te herverdelen verdwenen. Enorme segregatie binnen steden en tussen steden en de rest van het land is het gevolg. En ook het trickle down effect werkt niet meer, er sijpelt geen rijkdom meer naar beneden. In de geglobaliseerde economie wordt dat wat door de creative class wordt bedacht in lagelonenlanden gemaakt. Dat levert hier geen industriebanen op, waardoor de ‘arbeidersklasse’ er weinig tot niets aan heeft en armer en gefrustreerder raakt.  

Door het succes van de creatieve stad groeit de zogenaamde Service Class (de verpleegster, buschauffeuse, horecapersoneel, politieagente, onderwijzer, schoonmaker en ook de meeste kunstenaars, toneelspelers en muzikanten) enorm in aantal banen, maar die banen zijn slecht betaald en vaak tijdelijk. Van één baan kun je in de dure stad niet leven. Er is veel werk, maar een groeiend deel van de bevolking hoort bij de ‘werkende armen’. 

Florida gaat fel tekeer tegen de huiseigenaren in de superstar city: zij zijn de parasitaire klasse die slapend rijk wordt. Door de explosie van huizenprijzen in superstar cities worden zij rijk, zonder iets te doen, terwijl anderen dubbele banen moeten nemen en dan nog in armoede leven. 

Maak de stad radicaal anders
Het boek beschrijft vooral de nieuwe stedelijke crisis. Pas in het slothoofdstuk komt Florida met voorstellen om die crisis aan te pakken. De superstar city is de kip met de gouden eieren, die moet je dus niet slachten, schrijft Florida, want dan ben je de bron van economische groei en welvaart kwijt. Om de stedelijke crisis te overwinnen is juist méér stad, méér concentratie nodig. Met een radicale herverdeling moet de hele samenleving gaan profiteren van die superstar cities. Florida doet een aantal voorstellen voor die radicale herverdeling: 

1. De lonen voor de service workers enorm verhogen.
2. Veel meer sociale huurwoningen bouwen (wat Amsterdam nu van plan is).
3. De grond in gemeente-eigendom brengen, zodat deze via leaseconstructies de enorme toename van de grondwaarde kan afromen (wat Amsterdam net heeft afgeschaft).
4. Beperkende regels voor stedelijkheid en hoogbouw afschaffen, maar als gemeente er wel voor zorgen dat er gemengde wijken van hoog- en middelhoogbouw, van oudbouw en nieuwbouw, van wonen en andere stedelijke functies ontstaan. 
5. Investeren in mensen en arme wijken: onderwijs, openbaar vervoer, voorzieningen. 
6. Op grotere schaal weer zelf produceren in plaats van de productie van goederen uit te besteden aan lagelonenlanden. Denk bijvoorbeeld aan het maken van echte lokale productielijnen en het opschalen van de ‘makers beweging’. 

It’s the society, stupid!
Wat duidelijk wordt bij het lezen van Florida’s boek is dat de urban crisis eigenlijk geen stedelijke crisis is, maar een crisis van de hele westerse samenleving. De industriële maatschappij leverde voor het grootste deel van de bevolking welvaart en perspectief, terwijl de huidige creatieve maatschappij tot een diepe kloof in de samenleving leidt, waarbij er voor de meesten geen muziek meer in zit. De creatieve stad heeft het pad geëffend voor een beleid waarvan wij vandaag de perverse gevolgen moeten dragen. Hoe liberaler, vrijer, diverser, succesvoller een stad, hoe groter de kloof tussen rijk en arm, hoe meer segregatie. Hoe meer creatief talent een stad weet aan te trekken en hoe meer ze de culturele waarden die daarbij horen verkondigt, hoe verbitterder de rest van de bevolking zal worden. De haat tegen alles wat liberaal en creatief is, groeit verder. Als het niet lukt de culturele strijd – in de breedste zin van het woord – met de ‘klassenstrijd’ (die van werk, inkomen, armoede en welvaart) voor iedereen te verbinden, dan zal de crisis nog dieper worden. Florida legt dan ook een rechtstreeks verband tussen de nieuwe stedelijke crisis en de overwinning van Trump. 

En dat brengt mij terug bij de discussie op NDSM in 2004. Het is duidelijk dat de Florida cheerleaders van toen een belangrijke ideologische bijdrage hebben geleverd aan de stedelijke crisis die de Amerikaanse geograaf zo helder beschrijft. Voor ons als Amsterdammers moet dit een grote rode waarschuwingslamp zijn. Wij zeggen: AAN DE KANT met je creatieve stedelijke innovatieprojecten, je smart city en andere technocratische oplossingen. Die betekenen alleen maar meer van hetzelfde ideologische gemeier, het meedraaien met de neoliberale wind. De echte uitdagingen liggen elders: in het collectief organiseren van een nieuwe politiek die de stad teruggeeft aan haar burgers. 

Richard Florida zal dit keer niet door het Amsterdamse gemeentebestuur uitgenodigd worden.