Use the buttons to browse through the AA articles archive or to find out more about the newspaper and distribution.
21/10/2015 / Issue #001 / Text: Simon van Dommelen

De Culturele Stelling van Amsterdam

In het najaar van 2010 is door negen kunstenaarspanden en -terreinen uit de rafelranden van Amsterdam, de Culturele Stelling van Amsterdam opgericht, de verdedigingslinie van de vrije culturele ruimte. Een half jaar eerder is het idee geboren op een manifestatie van Het Domijn, de oude gekraakte kunstenaarskolonie in Diemen die een ongewisse toekomst tegemoet zag. Terts Brinkhoff, oprichter van de Parade en huurder op het Domijn merkte op dat de vrijplaatsen rond de stad steeds minder samenwerken terwijl sommige plekken onder druk staan en het rendementsdenken over kunst en cultuur in de stad toeneemt. Samen met andere panden, zoals Ruigoord, ADM en Nieuw en Meer is de Culturele Stelling opgezet om een tegengeluid te laten horen.
De naam is ontleed aan de Stelling van Amsterdam, de oude verdedigingslinie van de hoofdstad waar veel cultuurpanden deel van uit maken, zoals Het Domijn, 1800 Roeden, Nieuw en Meer, Rijkshemelvaartdienst en Fort Vijfhuizen. De verdediging richt zich nu niet meer op krachten van buiten, maar op bedreigingen in de stad zelf. Het is een verdedigingslinie voor vrije ruimte en cultuurproductie. De Culturele Stelling wil Amsterdam bewust maken van de culturele dynamiek die van ons een onderscheidende metropool maakt. Dat zijn namelijk niet de commerciële festivals, massatentoonstellingen in de grote musea, pop-up shops of iconen aan t IJ. Elke, zichzelf serieus nemende, wereldstad heeft dit soort cultuurtempels. We maken steeds meer deel uit van een wereldwijde wedloop die leidt tot eenheidsworst. En dat terwijl Amsterdam zich juist zo mooi onderscheidde door haar vrije geesten en vernieuwende cultuurproductie, experiment en spontaniteit. Nu exclusief voorbehouden aan de rafelranden van de stad. Het mag duidelijk zijn dat niet de consumptiecultuur, maar deze cultuurproducenten het podium moeten krijgen.

Dit gedachtegoed is ontstaan bij de oprichtingsvergadering in het Domijn en daarna verrijkt met tal van nieuwe visies en ideeën. Elke twee maanden werd bij een ander pand een maaltijd genuttigd en verder gebouwd aan de Culturele Stelling. Zwaan-kleef-aan deed het netwerk groeien van negen naar dertig panden. We maakten plannen voor een grote protestmanifestatie tussen de gevestigde instituties op het Museumplein, die half gelukt is. Interessanter is wat er na een paar bijeenkomsten gebeurde toen een concept-manifest volledig werd afgebrand door een deel van de aanwezigen. Ze hadden gelijk. Het manifest was ontdaan van alle scherpe randjes nadat al vijf mensen zich hadden gebogen over de tekst.  Het besef drong door dat je de veelkleurigheid van de mensen op deze plekken nooit kunt vangen in een tekst. Vrijplaatsen worden bevolkt door eigenwijze types die elkaar respecteren om hun onaangepast gedrag. Juist daaruit ontspruiten de nieuwe ideeën die de voedingsbodem zijn van een bloeiende stad.

Dus geen conformisme, geen tekst, en ook geen stichting. We willen dat deelnemers zich gaan verhouden tot elkaar, niet tot een instituutje met een bestuur. De Culturele Stelling is feitelijk niet meer dan een adressenlijst, een logo, een facebookpagina en een gesammtkunstwerk van Aja Waalwijk. Op Het Domijn, Ruigoord, Nieuw en Meer en de NDSM-werf verrezen wegwijzers, die met kunstenaars en ambachtslui ter plekke zijn ontworpen en gebouwd en de verbondenheid met de andere plekken in de stad onderstrepen.

Iedereen die dat wil kan een vergadering uitschrijven en de mensen van de lijst mobiliseren voor advies, actie of andere vormen van samenwerking. We weten elkaar te vinden als dat nodig is. Bijvoorbeeld om de stad te laten weten wat voor misser het begaat door de Valreep en het Slangenpand op te offeren voor het grootkapitaal. Er is te weinig besef over de waarde van dit soort initiatieven. Om wat bewustzijn bij te brengen zijn we een paar jaar geleden in een oude bus vol ambtenaren langs plekken gereden in de Culturele Stelling. Van Tetterode, tot Heesterveld, Nieuw en Meer en Ruigoord. Een omhelzing van Theo Kley in zijn tuin met een meisje van afdeling Vergunningen is dan al bijna genoeg om nieuwe ambassadeurs te creëren.    

Deelnemers in de Culturele Stelling zoeken voortdurend naar een balans tussen afzetten en aantrekken. Veel kunstenaars, ambachtslieden, schrijvers en andere vrijdenkers zoeken bewust een plek in de luwte, waarin ze vrij kunnen zijn in het uiten van hun ideeën. Voor een zelfgekozen publiek. Je zou willen dat de rest van de stad mee gaat in hun vrijheidsfilosofie, dat meer mensen geïnspireerd worden om anders naar de wereld te kijken, en dat de plekken zelf gevoed worden met nieuwe impulsen. De paradox is dat met het openen van vrije culturele ruimten de kans groter wordt dat ze worden meegezogen in de massastroom, opgejut door sociale media.

De Culturele Stelling bedient de onderstroom en zal voorlopig nog wel een vaag netwerk blijven. Daar voelen we ons comfortabel bij. De onderlinge verbondenheid tussen vrije culturele ruimten is vergroot en het netwerk staat paraat om prikkels uit te delen aan de stad als dat nodig is.